Hoe vaak blijf jij hangen in een situatie die niet goed voor je is? Terwijl alles in jou roept om verandering, om lucht, om adem, om nieuwe uitdagingen? Je houdt jezelf voor dat er genoeg is om voor te blijven, of je vindt dat je op deze plek iets hebt te leren. Na ieder zich herhalend innerlijk conflict, overtuig je jezelf dat het beter zal worden. Dat dingen tijd nodig hebben. En dat jaar in, jaar uit.

Ondertussen lijkt er niets te veranderen, hol je uit, raak je vermoeid en verlies je je levensvreugde. Wat maakt het toch zo moeilijk om afscheid te nemen van een situatie die niet meer dient? Die je groei en ontwikkeling beperkt? Die je gezondheid ondermijnt en je levenslust ontneemt?

Hoe goed ken ik het destructieve gevoel ergens in te blijven zitten, terwijl ik diep van binnen weet dat alles is geleerd. Dat de hoop op verandering een illusie is en het hoogste tijd is eruit stappen. Ik ken het eeuwige geworstel op die grens, die zowel uitdaagt om te leren omgaan met wat er is, en tevens de uitnodiging draagt om verder te bewegen. Ik heb mijzelf tijd zien rekken door met allerlei argumenten dat ene stukje comfort en die korte geluksmomenten, een stuk groter en belangrijker te maken, dan ze in werkelijkheid waren.

Ik had niet door dat blijven
ook een vorm van vluchten kan zijn

‘Blijven is altijd beter dan gaan. Je neemt jezelf toch mee’, zo overtuigde ik mijzelf. Ik leefde niet voluit, maar wilde niet vluchten. Hoe benauwend of pijnlijk de situatie ook geworden was, ik moest dit, met al mij spirituele bewustzijn, aan kunnen. Ik had niet door dat blijven ook een vorm van vluchten kan zijn.

Ik hield mijzelf klein en vluchtte voor de leegte die ik voor mij waande. Ik vluchtte voor de angst geen enkele houvast meer te hebben, geen vertrouwde plek om naar terug te keren. Niet meer deel uit te maken van de groep, geen geliefde om bij thuis te komen. Ik heb mij innerlijk verscheurd gevoeld, gevangen tussen twee onmogelijkheden: blijven werd te pijnlijk, de leegte in stappen te angstig. Wie de situatie herkent, kent misschien ook de verlammende paniek, die daaruit voort kan vloeien.

In het niets ligt alles verborgen

In het niets ligt alles verborgen. Daar waar nog geen vorm is geschapen, liggen alle mogelijkheden open. Het zou een feest moeten zijn in die onbekende ruimte te stappen. De verscholen rijkdom te voelen, de vrijheid opnieuw te mogen kiezen. Maar oh, wat vinden we het eng!

Toch is het al die keren gelukt om mijn moed bijeen te rapen en op enig moment de roep van mijn ziel te volgen. Ik dankte en eerde het verleden en dook de onbekende leegte in. Op die momenten bleek er ook geen weg meer terug. Alsof het leven zelf mij voort duwde. En hoe eenzaam en verlaten de reis ook was, daar waar ik uiteindelijk aan kwam, voelde het altijd als opnieuw thuiskomen. Alsof die plek, die nieuwe situatie, die nieuwe mensen mij al lang hadden opgewacht.

Als ik nu onrust voel en ontdek dat iets in mij niet voluit leeft, als ik zie dat ik te lang tevergeefs vecht voor verandering, maak ik contact met dat deel in mij dat zuiver is en alwetend. Dan stem ik daar op af, verzamel mijn moed en waardigheid, ga op weg en laat mij dragen door de prachtige woorden van John O’Donohue:

In de onbetreden hoeken van je hart,
waar je nooit naar denkt af te dwalen
heeft zich al rustig dit begin gevormd
wachtend tot jij klaar was om tevoorschijn te komen

Hoewel je bestemming nog niet duidelijk is,
kun je vertrouwen op wat die opening je belooft:
ontplooi je maar in de genade van het begin,
dat één is met je diepste verlangens.

Roep je wezen op tot avontuur;
houd niets achter, ontdek de ongedwongenheid van risico;
je zult je al gauw thuis voelen in een nieuw ritme
want je ziel heeft al voeling met de wereld die je wacht