Ik doe het veel meer dan ik me tot nu toe bewust was. Vergelijken en vervolgens denken in te kort. Bijvoorbeeld als ik in de spiegel kijk en de steeds dieper wordende rimpels bekijk. Ik vergelijk ze automatisch met het ideaalbeeld van geen of weinig rimpels. Zo’n gaaf gezicht heb ik niet meer. Dat voelt als tekort. Het leven heeft iets van me afgepakt.

Hetzelfde geldt voor mijn gezondheid. Door de Lyme heb ik vaak weinig energie en kan snel overprikkeld zijn. Anderen om me heen hebben dat niet. Die zie ik sporten, uitgaan, sociaal actief zijn. Dat kan ik niet. Het voelt als tekort en het frustreert. En zo kan ik talloze situaties noemen, waarin ik zie dat ik mijn beleving ongemerkt laat beïnvloeden door hoe het elders is.

Het vieren van kerst en oud & nieuw is daarvan een bekend voorbeeld. Onze beleving ervan wordt bepaald hoe het elders is. Op maandag voel je je nog ok, maar op dinsdag, als iedereen ergens gezellig met elkaar aan het kerstdiner zit, voel je je opeens diep ongelukkig, omdat jij daar niet bij bent. Terwijl er wezenlijk niets anders is dan op maandag. Zelfde huis, zelfde omstandigheden. Of je zit wel bij een kerstdiner, maar je hebt je daartoe verplicht en zou liever elders zijn, en met die gedachte aan elders, is je hele ervaring van het nu verprutst.

Of je zit in een meditatiegroep. Je hebt fijn gemediteerd, komt er ontspannen uit en in de deelronde hoor je ervaringen van mensen die een bijzonder eenheidservaring hebben gehad. Plots is je eigen ervaring in waarde gedaald. Alleen maar omdat je hem afzet tegen die bijzondere ervaring van een ander.

This is it

Bizar eigenlijk, dat we continu in dat vergelijk zitten. Als je erop gaat letten, doe je het de hele tijd. Steeds dat denken in meer of minder, beter of slechter. Je wordt er niet blijder van. En zeker niet gelukkiger.

Wat gebeurt er als ik ophoud met vergelijken? Als rimpels gewoon rimpels zijn, en ik ze op zichzelf zie als interessante groeven in mijn gelaat? Als mijn energie niveau gewoon de maat is van dit moment? Dit kan ik vandaag, en dat is het enige wat telt. Wat ik niet of minder kan, daar hoef ik helemaal niet over na te denken en is ook van geen enkel belang.

Als ik al mijn ervaringen op zichzelf laat zijn en ze met open nieuwsgierigheid ontvang, gebeurt er iets wonderlijks. Wat ik voorheen als tekort ervoer, vult zich met levendigheid en verwondering. Mijn ervaring wordt lichter en heel veel rijker. Zelfs een dag op bed liggen, krijgt iets vols als ik me eraan overgeef. Dit is hoe het mij vandaag gegeven is en ik ontvang het met volle toewijding. De leegte verdwijnt. Het gemis verdwijnt. De verkramping verdwijnt. En dat wat er is, kan volop stromen.

‘This is it’ schreef zenmeester Thich Nhat Hanh op een kalligrafie die bij mij thuis hangt. This is it. Niets meer. Niets minder. This is it. Ik mag het mezelf iedere dag blijven herinneren.