Ken je dat gevoel? Dat je je minder levendig voelt, dan je zou willen? Alles gaat zo zijn gangetje, maar er mist een zekere sprankeling. Alsof er iets is wat de boel een beetje dempt. Je leeft niet voluit, ergens hou je je in. En als je de tijd neemt om goed te voelen wat dat met je doet, zou je zo maar eens verdrietig kunnen worden. Kennelijk is het pijnlijk te ervaren, dat je niet (altijd) in staat bent echt vol voor het leven te gaan. Met alle levendigheid en al je gevoeligheid die je in je hebt.

Ik ben student aan de Ridhwan School. Daar volgen we de Diamont Approach van Hameed Ali. Het is een pad waarin je via een open zelfonderzoek (inquiry) meer inzicht verwerft over de connectie tussen jou zelf als individu en het mysterie van het leven.
Afgelopen weekend onderzocht ik hoe het zit met de levendigheid in mij. Wat ondermijnt mijn levendigheid en wanneer krijgt het vol de ruimte? Het leverde bijzondere inzichten op.

Zo ontdekte ik, dat ik moeite heb in contact te blijven met mijn eigen verlangens en behoeften, als dierbaren om mij heen iets anders wensen, dan ikzelf graag zou willen. Ik neig te snel mee te gaan in het verlangen van de ander. Voor ik het weet doe ik iets, wat eigenlijk niet goed voelt. Vaak heb ik dat niet eens in de gaten, ‘flexibel’ als ik ben. Maar geniet ik dan? Sprankel ik dan? Nee. Het is mat. Gedimd. Al zal dat uiterlijk niet eens zo zichtbaar zijn. Ik doe mee, het is op zich ok, ik kan zelfs vrolijk zijn, maar dat is aan de oppervlakte. Zou ik de tijd nemen om aandachtig te voelen, dan zou ik ontdekken dat er van binnen iets niet mee doet, niet stroomt, niet blij is.

Wat maakt dat ik mijzelf zo in de steek laat?

Wat maakt dat ik mijzelf zo in de steek laat? Want dat is wat ik doe. Ik verwaarloos mijn eigen verlangens en behoeften. Ik kwam dit weekend tot meerdere inzichten. Sommigen wist ik allang en maken al onderdeel uit van mijn dagelijks ‘oefenen’, anderen waren nieuw en verrassend.

Wat ik al langer zie is de angst voor afwijzing als ik opkom voor mijn eigen behoeften. Diep van binnen bang dat ik niet aardig gevonden word, niet lief, geen goede moeder, geen betrokken partner. Het is vooral de leegte die ik daarop ervaar, waar ik het meest bang voor ben.

Wat ik ook zie, is dat ik onbewust al rekening houd met de pijn die de ander tegenkomt, als ik opkom voor mijn eigen behoeften. Dat die ander zich dan afgewezen voelt. En dat wil ik hem/haar niet aan doen. Dus ga ik zorgen. Zorgen dat die ander zich OK voelt.

Bovenstaande mechanismen spelen zich grotendeels in mijn onderbewuste af. Vaak heb ik niet eens door dat ik het zo doe.  Gelukkig ga ik het steeds vaker zien en kan ik oefenen met ruimte innemen. Want dat is wat ik heb te doen om mijn levendigheid te kunnen leven. Contact maken met mijn eigen verlangen, dat eren, daar ruimte voor innemen en dat wat ik wens inbrengen in de relatie.

Dit betekent niet
dat het alleen maar zo moet gaan
zoals ik het wil

Dit betekent overigens niet dat het van nu af alleen maar zo moet gaan zoals ik het wil. Absoluut niet. Waar het om gaat is dat ik mijn verlangen niet meer ondergeschikt maak aan het verlangen van die ander. Maar ook niet belangrijker. Het gaat erom dat ik mijn verlangen even belangrijk maak. Dat ik mijn verlangen voel, en eer, en dus ook durf in te brengen. Welke actie daarop volgt, dat is van minder belang. Ik kan besluiten een compromis te zoeken, ik kan besluiten toch aan het verlangen van de ander tegemoet te komen, of uiteindelijk te kiezen voor wat ik zelf wens. Welke keuze het ook wordt, het zal een bewuste keuze zijn, waarin ik alles eerlijk heb mee laten doen, en mij nergens heb ingehouden. En dan kan de levendigheid gewoon weer stromen.

Een verrassend inzicht tijdens de inquiry was mijn angst dat ik te groot zou zijn voor anderen, als ik mij op geen enkel vlak meer inhoud. Ik voel veel kracht, potentie en wijsheid in mijzelf. Wat als ik daarmee vol mijn ruimte inneem? Al mijn kwaliteiten volledig in het licht zet? Niet oppompen, maar authentiek zijn in alles wie ik ben. Zonder enige schaamte? Kunnen anderen daarmee dealen? Worden ze niet jaloers? Gaan ze zich klein voelen in mijn omgeving? Want ook dan kom ik leegte tegen. En eenzaamheid. Kan ik dat aan? En hoe zorg ik er dan voor dat ik dan niet weer in die valkuil stap om mijzelf dan maar weer in te houden?

In dit weekend werden de bekende woorden die Nelson Mandela in 1994 tijdens zijn inaugurale rede als president van Zuid-Afrika uitsprak, op een veel diepere laag in mijzelf voelbaar. Ik citeer:

Onze diepste angst is niet dat we ontoereikend zijn.
Onze diepste angst is dat we oneindig machtig zijn.
Het is ons licht, niet onze duisternis
waar we het allerbangst voor zijn.
We vragen ons af:
Wie ben ik dat ik briljant, buitengewoon aantrekkelijk, getalenteerd en geweldig zou zijn?
Maar waarom eigenlijk niet?
Je bent toch een kind van God*?
Je moet je niet kleiner voordoen dan je bent
opdat de mensen om je heen zich vooral niet onzeker zouden gaan voelen.
We zijn geboren om de luister van God uit te dragen die in ons woont.
Niet slechts in enkelen van ons, maar in ons allemaal.
Als wij ons licht laten schijnen, geven we anderen onbewust toestemming om dat ook te doen.
Als wij bevrijd zijn van onze eigen angst, bevrijdt onze aanwezigheid automatisch anderen.

*Als je de kriebels krijgt van het woord God, lees dan ‘het leven’
** Mandela  haalde deze tekst uit het boek 'Return to love' van Marianne Willamson

Ik verlies mijn levendigheid als ik mijn eigen ruimte niet vol inneem. Als ik bang ben voor afwijzing. Bang dat er geen plaats is voor mij. Bang dat mijn grootsheid er niet toe doet. Ik voel in al mijn cellen hoe spannend het is om dit te schrijven. En toch doe ik het. En ik nodig jou uit om mij in al je volheid te ontmoeten. Om eerlijk te zijn en je niet in te houden. Want pas dan kan het echt stromen, is de ontmoeting verbindend en vol levendigheid!

Namasté.